maandag 10 februari 2014

Stabiele, toereikende en regelmatige bestaansmiddelen

Toereikende bestaansmiddelen:

Het minimumbedrag voor toereikende bestaansmiddelen bedraagt 120 % van het leefloon. Momenteel is dit 1.360,62 €/maand. Het bedrag wordt regelmatig geïndexeerd.

Indien dit bedrag behaald is, dan mag de DVZ geen verder onderzoek instellen.

Indien dit bedrag niet behaald is, dan mag DVZ de aanvraag niet automatisch weigeren maar moet hij een behoeftenanalyse doen. Dat wil zeggen kijken hoeveel je nodig hebt om in de behoeften van het gezin te voorzien zonder ten laste van de overheid te vallen.

Opmerking:

Wanneer je inkomen lager ligt, voeg dan bewijzen van je budget toe aan het dossier. Indien je bijvoorbeeld heel lage huur betaalt, bij je ouders inwoont en geen huur betaalt, eigenaar bent en je woning is afbetaald... voeg dan een kopie toe van geregistreerd huurcontract of eigendomsakte, eventueel verklaring van je ouders of andere personen dat je gratis bij hen inwoont, facturen van gas, electriciteit en water op hun naam enz...

Stabiel en regelmatig:

Worden meestal niet door de DVZ aanvaard als inkomsten, de inkomsten die voortvloeien uit:
  • interimwerk (zijn meestal contracten van 1 week)
  • arbeidsovereenkomsten van beperkte duur
  • 'artikel 60' (het loon wordt door het OCMW betaald en het contract is van bepaalde duur) 

Opmerking:

DVZ is nu iets soepeler naar interimwerk toe: lange opdrachten van 1 jaar of meer kunnen aanvaard worden.

Aard van de inkomsten:

Volgende inkomsten zijn per wet (zie bron) uitgesloten:
  • leefloon (OCMW)
  • maatschappelijke dienstverlening
  • gezinsbijslag
  • wachtuitkering
  • overbruggingsuitkering
  • werkloosheidsuitkering, tenzij je bewijst dat je actief naar werk zoekt

Bron:

15 DECEMBER 1980 - Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen